Er zijn verschillende soorten kookplaten: inductiekookplaten, keramische kookplaten, ouderwetse elektrische kookplaten en gasfornuizen. Bij een gasfornuis verwarmt een vlam de pan direct. De temperatuur is snel regelbaar.
Elektrische kookplaat
Bij elektrisch koken wordt een gietijzeren plaat van enkele centimeters dik aan de onderkant verwarmd door een elektrische verwarmingsspiraal. Als je op deze warme plaat een pan plaatst, warmt de pan op door warmtegeleiding. Voor een goede warmteoverdracht moet de pan een zo vlak mogelijke bodem hebben. De bodem van de pan verwarmt het voedsel.
Keramische kookplaat en halogeenkookplaat
Een keramische kookplaat bestaat uit een glasplaat met daaronder een elektrische gloeispiraal die werkt als een soort straalkachel. De infraroodstraling (de ‘warmtestraling’) van de gloeispiraal straalt door de glasplaat heen en verwarmt de bodem van de pan. De bodem van de pan verwarmt het voedsel. Halogeenkookplaten werken hetzelfde, maar hebben een halogeenlamp in plaats van een verwarmingsspiraal. Halogeenkookplaten worden haast niet meer gemaakt omdat de halogeenlampen een korte levensduur hebben.
Inductiekookplaat
Een inductiekookplaat bestaat uit een glazen plaat met daaronder een elektrische spoel. De spoel wekt onder de pan een magnetisch veld op, waardoor er in de bodem van de pan een stroom gaat lopen en de bodem warm wordt.
Door de spoel loopt een elektrische stroom die ongeveer twintigduizend keer per seconde heen en terug van richting wisselt. Hierdoor produceert de spoel een wisselend magnetisch veld. De bodem van de pan is gemaakt van magnetiseerbaar metaal. Door het magnetisch veld gaat in de bodem van de pan ook een elektrische stroom lopen (dat heet inductie) en wordt de bodem van de pan warm. De bodem van de pan warmt het voedsel op. Bij inductiekoken lekt daardoor nauwelijks warmte weg en wordt de energie efficiënt gebruikt.
De inductiekookplaat detecteert of er een geschikte pan op staat. De kookzone gaat pas aan als hij een geschikte pan detecteert. Bij sommige inductiekookplaten past de kookzone zich aan de grootte van de pan aan waardoor het magneetveld minder buiten de pan om loopt. Een inductiekookplaat werkt het meest efficiënt als de bodem van de pan de kookzone volledig afdekt. Het maximale vermogen dat een inductiekookplaat aan de pan kan afgeven is afhankelijk van de magnetische eigenschappen van de bodem van de pan. Als je een ongeschikte pan op een inductiekookplaat zet, zal de inductiekookplaat geen pan detecteren en niet aanslaan.
Bron: www.kennisplatform.nl