Bezig met laden De actie op de pagina wordt geladen en verwerkt, een ogenblik geduld a.u.b.
Afbeelding Kleine windmolens

Kleine windmolens

Kleine windmolens (2 tot 15 meter hoog) kunnen door windenergie om te zetten in elektriciteit groene stroom opwekken. Net als bij zonnepanelen komen bij de opwekking van groene elektriciteit geen broeikasgassen of andere vervuilende stoffen vrij. Echter is een kleine windmolen pas goed voor het milieu wanneer de molen meer uitstoot voorkomt, dan er bij de bouw van de molen en afvalverwerking ontstaat.  
In tegenstelling tot grote windmolens, die binnen een paar maanden hun impact op het milieu die ontstaat bij de productie goedmaken, wordt dit punt bij kleine windmolens soms niet of pas na tientallen jaren bereikt. Dat komt omdat de opbrengst in het kwadraat toeneemt met de diameter van de rotor. Een windmolen met 2 keer grotere diameter van de rotor levert 4 keer (2 x 2) meer stroom op. Als de afmeting van een windmolen gehalveerd wordt (50%), wordt de energieopbrengst een kwart (50% x 50% = 25%).

Voldoende wind 

Een kleine windmolen is financieel en qua energieopbrengst alleen zinvol wanneer er in het gebied voldoende wind staat. Vaak verkijken mensen zich erop hoeveel wind er nu echt rond een gebouw waait. In steden of dorpen is er veel kans op overlast-obstakels, zoals gebouwen en bomen, waardoor er minder constante en krachtige wind is. Alleen op het hoogste gebouw kan een kleine windturbine een goede plek zijn. In de kust- of plattelandsgebieden is meer kans dat de kleine windmolen meer energie levert dan het gekost heeft deze te maken. Er is altijd een lokale windmeting nodig om een goed beeld te krijgen van de windsterkte. Het is namelijk van belang dat de turbine zich boven de turbulente laag bevindt. Houd er in ieder geval rekening mee dat de windturbine het hoogste punt is in een omtrek van 100 meter en dat er geen grote obstakels aan de zuidwest- tot noordwestkant staan (vanuit het westen komt in Nederland de meeste wind).

Kosten en opbrengsten

De prijzen van kleine windmolens verschillen sterk; vanaf enkele honderden euro's tot enkele duizenden euro's. Bij de plaatsing van een kleine windmolen komen verschillende kosten kijken, waaronder: 

  • Bouwtechnisch onderzoek naar de dak- of muurconstructie of eventuele fundering; 
  • Studie naar het windaanbod; 
  • Vergunningsaanvraag; 
  • Aansluiting op het elektriciteitsnet; 
  • Type windmolen; 
  • Onderhoud. 

Kleine windmolens leveren vaak onvoldoende energie om rendabel te zijn. In bijna alle gevallen is de levensduur (circa 20 jaar) korter dan de terugverdientijd. Ook de prijs voor de stroom die kleine windmolens produceren is volgens Milieu Centraal een factor 3-4 hoger dan van grote windturbines. Voor kleine windmolens is dat tussen de 25 en 35 cent, voor grote windturbines zo'n 9 cent.

Kleine windmolens kunnen enkele honderden tot in de duizend kWh per jaar opwekken, afhankelijk van de grootte en het type van de molen. Dat zou dan enkele honderden euro's per jaar kunnen besparen.

Om bij te dragen aan de verdere ontwikkeling van kleine windmolens en aan het milieu, kan er ondanks eerder genoemde kanttekeningen voor gekozen worden om een kleine windmolen te plaatsen. Ook door deel te nemen aan grote windmolenparken (winddelen) is het mogelijk om windenergie te stimuleren. 

Soorten windmolens 

Er zijn veel verschillende types kleine windturbines met verschillende bijbehorende eigenschappen (zoals energieopbrengst en geluidsproductie). Er zijn windmolens met een horizontale as (HAT) en een verticale as (VAT). De windmolens met een horizontale as lijken op de standaard grote windturbines.  
 
De windmolens met een verticale as zijn grofweg onder te verdelen in het Savonius-type (met een dicht rotorblad) en het Darrieus-type (met een open rotorblad). Er zijn ook combinaties mogelijk van verschillende types. 

Het is afhankelijk van de locatie wat voor type er gekozen wordt. In de bebouwde kom wordt er vaak gekozen voor een verticale as. Hier varieert de windrichting vaak en komen meer windvlagen voor. Een windmolen met een verticale as wekt bij elke windrichting (met genoeg windsnelheid) energie op. Terwijl een windmolen met een horizontale as met de windrichting moet meedraaien. Voor gebieden aan de kust of op het platteland kan eventueel gekozen worden voor een windmolen met een horizontale as.  

Verschil Savonius-type en Darrieus-type 

Het Savonius-type (ook wel 'windwokkel' genoemd) gaat uit van het weerstandsprincipe waarbij de wind de wieken wegduwt. Hierdoor zal de rotor nooit sneller bewegen dan de wind. Het Darrieus-type werkt door middel van het liftprincipe waardoor het bladprofiel zorgt dat de rotor sneller dan de wind draait. Het Savonius-type produceert weinig geluid door een lage draaisnelheid, maar heeft daardoor ook een lager rendement. Het Darrieus-type produceert meer geluid door een hogere draaisnelheid, maar heeft ook een hoger rendement. De meeste geluidsproblemen spelen echter bij windmolens met een horizontale as.  

Figuur 1 VAT-type turbine met een Savonius-rotor

Figuur 1 VAT-type turbine met een Savonius-rotor (bron: RVO)

Figuur 2 VAT-type turbines met Darrieus-rotor

Figuur 2 VAT-type turbines met Darrieus-rotor (bron: RVO)

 

Veel gestelde vragen

Zoeken op trefwoord