Bezig met laden De actie op de pagina wordt geladen en verwerkt, een ogenblik geduld a.u.b.

Een duurzame, gezonde en comfortabele
Nieuwbouwwoning

Stappenplan Duurzaam Bouwen

Wij gaan zorgvuldig met je persoonsgegevens om. In onze privacyverklaring kun je bekijken wat wij met jouw gegevens doen. Meer weten over de stappen om een duurzame woning te bouwen? Download hier het stappenplan Duurzaam Bouwen!
Adviseur Duurzaam Bouwloket
Als je je eigen woning gaat bouwen kom je voor een hoop keuzes te staan. Welke architect, welke kleur baksteen, welke kleur voeg, wat voor type kozijn en zo kunnen we nog wel even door gaan. Naast alle beslissingen die je sowieso al dient te maken bij het ontwerpen en bouwen van je huis, is er nog een heel belangrijk onderdeel. Namelijk, welke keuzes ga je maken op het gebied van energie en duurzaamheid? Onderstaande pagina geeft informatie en uitleg over de lokale- en landelijke ontwikkelingen en belangrijke aandachtspunten voor het ontwerp. Adviseur Michiel de Soet

Lokale- en landelijke ontwikkelingen en regelgeving

Lokale ontwikkeling

Amersfoort werkt aan een toekomstbestendige en duurzame stad. Duurzaam en toekomstbestendig bouwen en renoveren zijn hier een belangrijk onderdeel van om binnen de grenzen van onze aarde te blijven. Er zijn veel elementen om rekening mee te houden. Het Amersfoorts beleid rondom duurzaam bouwen en renoveren bestaat uit 4 pijlers:

  • Energietransitie
  • Circulaire economie
  • Klimaatadaptatie, groen en natuurinclusief
  • Duurzame mobiliteit

De ambities van gemeente Amersfoort voor nieuwbouwwoningen zijn te vinden in het Convenant duurzame woningbouw, de gemeente heeft getekend voor niveau goud. Van nieuwbouw wordt verwacht dat het energieneutraal is en in de toekomst zelfs energieleverend. 

Kringlopen voor het materiaal worden zo goed mogelijk gesloten en verspilling van materiaal voorkomen. Hiervoor is o.a. een Leidraad voor Circulair slopen gemaakt. Circulair bouwen gaat naast het benutten van eerder gebruikt materiaal verder over een bewuste materiaalkeuze (voorkomen giftige materialen, gebruik biobased etc.), het losmaakbaar maken van bouwdelen (voor hergebruik in de toekomst), het maken van materiaalpaspoorten (borgen van data over de gebruikte materialen). Het gebruik van materialen met een biologische oorsprong of die eerder gebruikt zijn, wordt toegejuicht. 

In de Richtlijn Klimaatbestendige bouw worden handvatten gegeven om wateroverlast en hittestress te voorkomen. Verwacht wordt dat er met verschillende (extreme) neerslagsituaties rekening is gehouden. Het hemelwater behoort op locatie opgelost te worden bij nieuwbouw. Van ieder bouwproject wordt verwacht dat het bijdraagt aan verbetering van onze leefomgeving. Ook bestaand vastgoed kan bijdragen aan de verduurzaming van onze leefomgeving. Door ernaar te streven minder energie te gebruiken, bijvoorbeeld door goed te isoleren. Of door nestelmogelijkheden te faciliteren voor vogels, vleermuizen of andere dieren. 

Op de langere termijn wordt gezocht naar mogelijkheden om de hele stad los te koppelen van een aardgasnet, bijvoorbeeld door warmtepompen en warmtenetten. Het opwekken van elektriciteit met PV panelen is ook een veel toegepaste maatregel. Bij grote renovaties kan een bepaalde hoeveelheid hernieuwbare energie op locatie zelfs worden geëist. Hierover is meer informatie te vinden in de Leidraad eis hernieuwbare energie bij ingrijpende renovatie.

Wethouder Wonen en Energietransitie, Astrid Janssen: ‘Gelukkig zijn er al een aantal bouwers volop bezig met energieneutrale concepten. Wij willen meer bouwers zover krijgen datzelfde te doen. En we zullen hen daarmee ook ondersteunen.’

Toch gaat het bij de ontwikkeling van projecten niet altijd vanzelf; de praktijk is weerbarstig. De gemeente ondersteunt partijen door mee te denken en waar nodig expertise in te brengen. Niet alleen Amersfoort, maar ook het Rijk scherpt de energie- en milieuprestaties in de komende tijd verder aan. Vanuit het Rijk wordt steeds actiever gestuurd op het uitfaseren van het aardgasnetwerk en het aanscherpen van de bouwregelgeving, zodat ontwikkelaars en aannemers verplicht worden duurzamere woningen te bouwen.
 

Veel gestelde vragen


In veel gevallen is vanuit de gemeente, in het kavelpaspoort, al aangegeven hoe de woning georiënteerd en gesitueerd dient te worden op de kavel. Wel blijft een belangrijk aandachtspunt dat je bij het zongericht ontwerpen, met veel raampartijen op het zuiden, rekening houdt met de locatie van de raampartijen en overstekken voor natuurlijke zonwering. Natuurlijke overstekken kunnen er in de zomerse maanden voor zorgen dat de zon niet naar binnen kan schijnen. De zon staat dan hoog aan de hemel en het overstek zorgt dan voor schaduwval op de raampartij. In de winter, wanneer de zon een stuk lager aan de hemel staat, kan de zon wel naar binnen schijnen en helpen om de woning te verwarmen. Dit is uiteraard het geval bij een oriëntatie op het zuiden. Heb je veel raampartijen op het westen (of in mindere mate het oosten), dan is het vaak verstandiger om met zonwering te werken zoals bijvoorbeeld een zonnescherm. Het is ook mogelijk om een speciale coating in het glas aan te laten brengen. Door een lage(re) ZTA-waarde (zontoetredingfactor) aan te houden kan warmte worden buitengehouden, maar komt het licht wel de woning binnen. Bespreek de mogelijkheden altijd goed door met de architect en/of kozijnenleverancier.

Daarnaast dien je goed te kijken hoe je maximaal gebruik kunt maken van het dakvlak voor zonnepanelen. Bij een aardgasloze NOM-woning kan het aantal zonnepanelen zomaar oplopen tot circa 20 tot 28 stuks van 300wp. Bovendien kan het slim zijn om nu al in te spelen op de wijzigende regelgeving van de toekomst. Op dit moment kunnen we elk kWh wat we niet gebruiken, terugleveren aan het elektriciteitsnet. Na 2023 wordt dit afgebouwd en in 2031 krijg je alleen nog een vergoeding van de energieleverancier. Door de panelen te oriënteren op zowel het oosten als het westen kan je er voor zorgen dat er een veel gelijkmatigere opbrengst van elektriciteit over de dag binnen komt. Plaats je de panelen alleen op het zuiden? Dan heb je een piekopbrengst op het middaguur en zal je veel minder elektriciteit zelf kunnen gebruiken.

Denk ook na over de toekomst. Het kan slim zijn om enkele aanpassingen/voorzieningen te nemen, om de woning in de toekomst levensloopbestendig te maken. Op deze manier bouw je de woning ook dusdanig dat hij geschikt is om langer zelfstandig thuis te kunnen blijven wonen. Het is daarom verstandig om na te denken over het plaatsen van afvoeren, verwarming en tapwatervoorzieningen in bijvoorbeeld een  garage of werkkamer als je ooit deze ruimte wilt ombouwen naar een slaapkamer op de begane grond.

De belangrijkste stap bij het realiseren van een duurzame woning is het zorgen voor een duurzame schil. De schil van de woning bestaat uit de vloer (inclusief fundering), de gevels (inclusief kozijnen en beglazing) en het dak. Door hier hoogwaardige isolatie-eisen te stellen kan je het energieverlies tot een minimum beperken. Een woning met weinig energieverlies heeft ook weinig energievraag. De meerinvestering in hogere isolatiewaarden voor de schil zie je indirect terug in een lagere vermogensbehoefte (kW) van de verwarmingsinstallatie. Met andere woorden; er kan een kleinere (en dus goedkopere) warmtepomp geplaatst worden. Doordat de warmtepomp minder hoeft te verwarmen, verbruikt de pomp ook minder energie en kan je toe met minder zonnepanelen.

Bedenk hierbij dat het goed isoleren van de schil een eenmalige kans is. Het is zeer lastig of soms onmogelijk om na de bouw van de woning extra isolatie toe te passen.

Naast het inzetten op hogere isolatiewaarden van de schil, is het ook belangrijk om na te denken over de luchtdichtheid van de woning (Qv;10). Hoe lager de Qv;10-score, hoe minder naden en kieren er in de woning aanwezig zijn. Minder naden en kieren resulteert in minder warmteverlies. Wij adviseren om dit te laten testen door middel van een blowerdoortest/luchtdichtheidsmeting.

Wellicht de meest belangrijke afweging voor je nieuwe woning is de keuze voor het warmte afgifte systeem. Wij adviseren hierbij om altijd in de gehele woning laag temperatuur verwarming toe te passen. In de meeste nieuwbouwwoningen wordt inmiddels bij de begane grond en de eerste verdieping vloerverwarming toegepast. In sommige projecten wordt op de begane grond vloerverwarming geplaatst en op de verdieping speciale laag temperatuur radiatoren / convectoren. Het voordeel hiervan is dat je in de zomermaanden ook kunt koelen (bij de keuze voor een warmtepomp).

Qua verwarmingsinstallatie voor een nieuwbouwwoning bij aardgasloze woningen zien we de keuze meestal vallen op een warmtepomp. Bij grotere woningen wordt soms gekozen voor een houtpelletketel of een houtpelletkachel in combinatie met zonnecollectoren voor de warm water opwekking in de zomer. Kijk op onze pagina over pelletkachels/pelletketels voor de verschillen tussen deze twee systemen.

Infraroodverwarming wordt soms genoemd als duurzaam alternatief, maar dit zien wij meer als bijverwarming. Wanneer je een woning hier volledig mee zou verwarmen dien je namelijk een aanzienlijke hoeveelheid elektriciteit op te wekken om het verbruik te kunnen afdekken. Ditzelfde geldt voor elektrische vloerverwarming.

Bij het bouwen van een goed geïsoleerde, luchtdichte woning zal goed moeten worden nagedacht over ventilatie. Energiezuinige woningen worden tegenwoordig meestal voorzien van een centraal ventilatiesysteem met warmte terugwinning (WTW).  Voordeel van een WTW systeem is dat de warmte in de uitgeblazen lucht wordt afgegeven, via een warmtewisselaar, aan de ‘koude’ ingeblazen lucht. Hiermee wordt tot 95% van de warmte uit de uitgeblazen lucht teruggewonnen en afgegeven aan de koude ingezogen lucht. Deze zuurstofrijke opgewarmde lucht wordt dan in de woning geblazen. Zowel een normale ventilatiebox als een ventilatie unit met WTW functie kunnen uitgebreid worden met speciale functies. Via sensoren kan gestuurd worden op luchtvochtigheid in bijvoorbeeld de badkamer en het Co2 gehalte in de woning.

Vaak wordt de aanname gedaan dat natuurlijke luchttoevoer, via roosters in de kozijnen en mechanisch afvoer van lucht uit de woning middels afzuigpunten in de keuken, toilet en badkamer, kostentechnisch veel voordeliger is. Dit is echter lang niet altijd het geval. Bij de keuze voor een WTW systeem kunnen alle ventilatieroosters vervallen. Bovendien kan het terugwinnen van de warmte er voor zorgen dat een warmtepomp (met eventueel bijbehorende bodembron) tot 20% kleiner kan worden uitgevoerd. Ook hier is een kostenvoordeel mee gemoeid.

Een keuze voor ventilatieroosters zal, zeker bij het toepassen van drievoudige beglazing, een zwak punt zijn in het raamkozijn en daarmee een zwak punt in de schil van de woning. Daarnaast zal ook comfort een rol spelen. Ook al staan roosters dicht, ze kunnen in de koude perioden soms toch voor comfortklachten zorgen (koude infiltratie). Daarnaast is het voor sommige mensen esthetisch gezien niet wenselijk dat er ventilatieroosters worden toegepast in de raamkozijnen.

Kijk hier voor meer informatie over centrale balansventilatie met WTW.

Zelf elektriciteit opwekken is financieel een stuk aantrekkelijker dan energie afnemen van een energieleverancier. Om zelfvoorzienend te kunnen zijn in de volledige elektriciteitsbehoefte is het belangrijk om van te voren samen met een adviseur of installateur een inschatting te maken van het verwachte verbruik. Op basis daarvan kan een goede keuze gemaakt worden in het type zonnepaneel, vermogen en het benodigde vermogen. Bij een aardgasvrije woning met een warmtepomp kan het energieverbruik zomaar oplopen tot 6.000 à 7.000 kWh. Afhankelijk van de oriëntatie van de panelen kan dit oplopen tot 24 à 28 zonnepanelen. Er zal in het ontwerp al rekening moeten worden gehouden met voldoende dakoppervlak. Hou daarbij ook rekening met veranderende regelgeving van de toekomst. Na 2023 wordt het belangrijker om de opgewekte energie zoveel mogelijk zelf te consumeren. Plaats de zonnepanelen daarom op verschillende oriëntaties in plaats van alle panelen op het zuiden te oriënteren. Dit voorkomt een piekopbrengst in de middaguren.

Let in het ontwerp daarnaast goed op belemmering van bomen en/of omliggende gebouwen. Plaats bij voorkeur een dakkapel en doorvoeren aan de noordelijke zijde van de woning. Dit kan van positieve invloed zijn op het bruikbaar dakoppervlak of zelfs door schaduwval negatieve invloed hebben op de energieopbrengst van de zonnepaneleninstallatie. Naast het opwekken van elektriciteit kan ook middels zonnecollectoren warmte worden opgewekt voor de vloerverwarming of het tapwater.

Naast het energiezuinig en slim ontwerpen is het uiteraard ook belangrijk om slim om te gaan met apparatuur in huis. Zeer belangrijk is goed op te letten bij het uitkiezen van een douchekop. De doorstroomklasse geeft aan hoeveel water de douchekop verbruikt. Kies bij voorkeur een douchekop van doorstroomklasse Z (4,2 tot 6,9 liter per minuut). Dit kan de benodigde buffercapaciteit van een voorraadvat aanzienlijk verminderen. Kijk daarnaast naar A-label apparatuurLED verlichting (kies de juiste dimmers), het inregelen van de aanvoer- en retour temperatuur van de verwarmingsinstallatie en een goede verdeling qua volumestromen, zodat iedere ruimte gelijkmatig opwarmt. Kijk ook naar de mogelijkheden voor opvang van regenwater met bijvoorbeeld een groen dakinfiltratiekratten of regentonnen. Hiermee kan de druk op het rioleringsstelsel worden verminderd.

Om een gezonde, aantrekkelijke en toekomstbestendige leefomgeving voor mens en dier te maken, moet de natuur een rol krijgen in het ontwerp. Dit noemen we ‘natuurinclusief bouwen’. Denk hierbij onder andere aan groene daken, groene erfafscheidingen, nestkasten en wateropvang. Om inspiratie op te doen heeft de gemeente Amsterdam een brochure opgesteld: ‘Natuurinclusief bouwen en ontwerpen in twintig ideeën’.

MPG staat voor Milieu Prestatie Gebouwen. Dit is een softwarematige berekening van de milieubelasting van de materialen die gebruikt worden om een pand te bouwen. Sinds januari 2018 geldt een wettelijke grenswaarde aan deze berekening. De MPG-score wordt vervolgens uitgedrukt in de schaduwkosten (in euro) per vierkante meter bruto vloeroppervlak per jaar.

Om een MPG uit te rekenen, moet elk materiaal in een ontwerp worden geïdentificeerd en moet worden bepaald hoeveel er van wordt toegepast. Ondanks dat in de softwarepakketten veel met standaardproducten gewerkt kan worden, kost het goed uitrekenen van de MPG relatief veel tijd.

Gebouwdelen die de grootste bijdrage aan de MPG leveren zijn gevels, vloeren en installaties. In totaal is dit vaak 60% tot 80% van de MPG. Een en ander kan echter sterk variëren, afhankelijk van de geometrie en het installatieconcept.

Zie voor meer informatie: Handvat duurzaam materiaalgebruik voor bouw- en infrabedrijven. Praktische tips en voorbeelden